De economische waarde van vertrouwen
We leven in tijden van grote veranderingen. De dynamiek neemt alleen maar toe, evenals de complexiteit. Politieke tegenstellingen zijn groter dan ooit. Het klimaat, covid-19, het milieu en de economie vragen om ingrijpende oplossingen en de digitale revolutie brengt de ene disruptieve verandering na de andere voort. De wereld verandert ingrijpend en snel. Het duurde 50 jaar voor de telefoon 50 miljoen gebruikers telde. Dat koste internet zeven jaar, Twitter twee jaar en Pokémon Go 19 dagen. En omdat veranderingen zo snel gaan, moeten we zelf ingrijpend en snel veranderen, samen, in ondernemingen en in alle andere samenwerkingsverbanden.
Die veranderende omgeving stelt nieuwe eisen aan ondernemingen, eisen die we tot voor kort tegenstrijdig vonden: voorspelbaar én wendbaar, stabiel én vernieuwend, goedkoop én innovatief. Ondernemingen moeten zichzelf voortdurend verbeteren, ze moeten adequaat kunnen reageren op disruptieve nieuwe spelers, en op nieuwe marktomstandigheden. Tot voor kort was het genoeg als je betrouwbaar, voorspelbaar, efficiënt en effectief was, en dus, als je processen en standaards op orde waren. Die blijven belangrijk, maar de nieuwe tijd kent nieuwe fundamenten: samenwerking, tussen medewerkers en met andere organisaties is belangrijker dan ooit. Vertrouwen is een essentiële bouwsteen van die samenwerking.
Uit onderzoek[1] blijkt dat ondernemingen met veel onderling vertrouwen (‘high-trust companies’) veel succesvoller zijn dan ondernemingen die dat niet hebben. Toch willen we in ondernemingen vooral ‘in control zijn’ en elkaar dan ook echt controleren. Strakke processen en protocollen beperken de speelruimte van vakmensen en als er iets fout gaat, willen we, net als in de politiek, dat iemand ‘zijn verantwoordelijkheid neemt’, want er moet natuurlijk wel worden afgerekend.
Vertrouwen is het fundament van alle mensendingen, van samenwerking, vriendschap, relatievorming, teamwerk, community-vorming, vernieuwing en ontdekking. In ondernemingen zijn strategie, visievorming, executie, wendbaarheid en innovatie de fundamenten van succes. Ze hebben één ding met elkaar gemeen, ze worden allemaal gevormd door de manier waarop we elkaar kunnen en durven vertrouwen, op voorwaarde dat we elkaar niet hoeven te wantrouwen. Een goede balans tussen vertrouwen en wantrouwen wordt steeds belangrijker, in ons privé-leven, in ondernemingen, in de politiek en in alle samenwerkingsverbanden waar we deel van uitmaken. We moeten wantrouwen, anders vergaat het ons slecht, maar we moeten vooral ook vertrouwen, anders gaat het nooit goed.
Vertrouwen is geen zachte kracht, en het is ook niet voor mietjes, kijk maar naar de luchtmacht en zijn piloten. Vertrouwen heeft een enorme economische potentie en de vraag is wie die potentie als eerste en als beste weet te benutten. Ondernemingen zullen hun dienstverlening moeten bouwen op vertrouwen. Vertrouwen in medewerkers, in partnerorganisaties en in klanten. Op straffe van verlies van belangrijke klanten, medewerkers en partners. Alle reden om vertrouwen en wantrouwen verrekte goed te doorgronden en met verstand in te zetten.
[1] Onder andere R. Sisodia et al: Firms of Endearment: How World-class Companies Profit from Passion and Purpose, FT Press 2007 en Jim Stengel Grow: How Ideals Power Growth and Profit at the World’s Greatest Companies, Crown Business, 2011