We hebben best lang kunnen volhouden dat “we allemaal wel vertrouwen wilden hebben, maar ja, we moeten natuurlijk wel een bedrijf runnen.” Dit boek wil laten zien dat het andersom is. Partnerschap, vakmanschap, wendbaarheid, innovatievermogen, integriteit en openheid zijn allemaal ondenkbaar zonder vertrouwen. Natuurlijk moeten we op de juiste momenten ook kunnen wantrouwen, maar vertrouwen is een economische noodzaak is geworden. Dit boekt beschrijft de ins en outs van vertrouwen, en van wantrouwen.
Wantrouwen is een defensieve kracht, het voorkomt dat het fout gaat (hoofdstuk 1). Wantrouwen heeft een lange geschiedenis en het zorgt ervoor we star en kortzichtig zijn geworden (hoofdstuk 2), terwijl we in deze tijd van verandering juist heel wendbaar moeten zijn en voortdurend van richting moeten kunnen veranderen (hoofdstuk 3). Dat lukt alleen maar als we zelf snel en effectief kunnen veranderen (hoofdstuk 4). Meetbare doelstellingen zitten dan heel erg in de weg (hoofdstuk 5), want we moeten heel anders en veel losser samenwerken (hoofdstuk 6). Dat lukt alleen maar als we een duidelijke en gezamenlijke richting hebben (hoofdstuk 7) en als we acteren als een consistent en slagvaardig geheel (hoofdstuk 8). Dan moeten we er wel voor zorgen dat we elkaar kunnen vertrouwen (hoofdstuk 9). Gelukkig weten we tegenwoordig goed hoe we dat moeten doen (hoofdstuk 10), want zonder vertrouwen is dat allemaal niet mogelijk (hoofdstuk 11).